16 november 2016
Er is weinig griep in Nederland. In week 45 van 2016 rapporteerden de Peilstations participerend in NIVEL Zorgregistraties eerste lijn 37 mensen met influenza-achtige ziekte (IAZ) op de 100.000 inwoners. Dat is onder de epidemische grens van 51 per 100.000.
Huisartsen zien vooral jonge kinderen (0-4 jaar) met IAZ. In 9 neus- en keelmonsters afgenomen bij pati?nten met IAZ in week 45 werd 1 maal (11%) respiratoir syncytieel virus (RSV) gevonden en 1 maal (11%) rhinovirus. In geen van de monsters werd influenzavirus of enterovirus gevonden. In 17 neus- en keelmonsters afgenomen bij pati?nten met een luchtweginfectie zonder typische klachten van griep (ARI) werd 1 maal (6%) RSV en 5 maal (29%) rhinovirus gevonden. In deze monsters werd geen influenzavirus of enterovirus gevonden.
Vanaf week 40 2016 tot en met week 45 2016 werden door de Peilstations 48 IAZ-monsters en 77 ARI-monsters afgenomen en opgestuurd naar het RIVM.
In de 48 IAZ monsters werd 1 maal influenzavirus type A(H3N2), 3 maal RSV en 11 maal rhinovirus gevonden.
In de 77 ARI monsters werd 1 maal influenzavirus type A(H3N2), 4 maal RSV, 20 maal rhinovirus en 1 maal enterovirus gevonden.
Wekelijks worden de cijfers van de voorgaande weken opnieuw berekend, omdat er monsters kunnen nakomen en verdere testen benodigd kunnen zijn. Er zijn opvallende stijgingen te zien in het aantal huisartsconsulten voor respiratoire aandoeningen (acute luchtweginfecties, pneumonie, streptokokken-angina/roodvonk), acute otitis media en koorts, vooral bij jonge kinderen tot en met 4 jaar.
Het aantal jonge kinderen (0-4 jaar) dat de huisarts consulteert vanwege braken, diarree of gastro-intestinale infectie is nog steeds hoger dan normaal omstreeks deze tijd van het jaar.
Er is weinig griep in Nederland. In week 45 van 2016 rapporteerden de Peilstations participerend in NIVEL Zorgregistraties eerste lijn 37 mensen met influenza-achtige ziekte (IAZ) op de 100.000 inwoners. Dat is onder de epidemische grens van 51 per 100.000.
Huisartsen zien vooral jonge kinderen (0-4 jaar) met IAZ. In 9 neus- en keelmonsters afgenomen bij pati?nten met IAZ in week 45 werd 1 maal (11%) respiratoir syncytieel virus (RSV) gevonden en 1 maal (11%) rhinovirus. In geen van de monsters werd influenzavirus of enterovirus gevonden. In 17 neus- en keelmonsters afgenomen bij pati?nten met een luchtweginfectie zonder typische klachten van griep (ARI) werd 1 maal (6%) RSV en 5 maal (29%) rhinovirus gevonden. In deze monsters werd geen influenzavirus of enterovirus gevonden.
Vanaf week 40 2016 tot en met week 45 2016 werden door de Peilstations 48 IAZ-monsters en 77 ARI-monsters afgenomen en opgestuurd naar het RIVM.
In de 48 IAZ monsters werd 1 maal influenzavirus type A(H3N2), 3 maal RSV en 11 maal rhinovirus gevonden.
In de 77 ARI monsters werd 1 maal influenzavirus type A(H3N2), 4 maal RSV, 20 maal rhinovirus en 1 maal enterovirus gevonden.
Wekelijks worden de cijfers van de voorgaande weken opnieuw berekend, omdat er monsters kunnen nakomen en verdere testen benodigd kunnen zijn. Er zijn opvallende stijgingen te zien in het aantal huisartsconsulten voor respiratoire aandoeningen (acute luchtweginfecties, pneumonie, streptokokken-angina/roodvonk), acute otitis media en koorts, vooral bij jonge kinderen tot en met 4 jaar.
Het aantal jonge kinderen (0-4 jaar) dat de huisarts consulteert vanwege braken, diarree of gastro-intestinale infectie is nog steeds hoger dan normaal omstreeks deze tijd van het jaar.
Comment